De BIO stelt het glashelder: overheidsorganisaties moeten aantoonbaar grip hebben op hun data. In de praktijk blijkt dat knap lastig. Vooral wanneer data in de public cloud staan, onder buitenlandse jurisdictie en binnen een technisch ecosysteem waarin verantwoordelijkheden worden gedeeld tussen leverancier en afnemer. De flexibiliteit van de cloud is aantrekkelijk, maar zichtbaarheid en controle verdwijnen sneller dan je denkt.
Veel publieke organisaties hebben daarom geen volledig antwoord op vragen die essentieel zijn voor BIO-compliance. Wat gebeurt er bij een storing of langdurige uitval? Welke garanties zijn er voor continuïteit? En wie heeft precies toegang tot gegevens, zowel technisch als juridisch? De BIO verlangt dat je dit kunt aantonen, maar zonder duidelijke afspraken, goede monitoring en werkende fallbackmechanismen is dat bijna onmogelijk. Dat maakt het niet alleen een technologisch vraagstuk, maar ook een kwestie van vertrouwen, compliance en bestuurlijke verantwoordelijkheid.
Wat is de bio?
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is het wettelijke en verbindende beveiligingskader voor alle overheidsorganisaties in Nederland. Het beschrijft welke maatregelen nodig zijn om informatie veilig, beschikbaar en betrouwbaar te houden. De BIO vervangt eerdere normen zoals de BIR, IBI en VIR, zodat gemeenten, ministeries, uitvoeringsorganisaties en veiligheidsdiensten met één uniforme standaard werken.
De BIO is gebaseerd op de internationale norm ISO 27001 en 27002, maar vertaalt deze naar de publieke context. Dat betekent dat de nadruk ligt op aantoonbaarheid: een organisatie moet kunnen laten zien hoe zij haar informatiebeveiliging heeft ingericht. Denk aan dataclassificatie, toegangsbeheer, continuïteit, monitoring, logging en risicobeheersing.
Voor cloudgebruik is de BIO extra relevant. Ook wanneer systemen of data buiten de eigen infrastructuur staan, blijft de organisatie verantwoordelijk voor de beveiliging ervan. Dat maakt inzicht, controle en governance essentieel.
Waarom grip op clouddata zo complex is
Cloudplatformen werken met een gedeeld verantwoordelijkheidsmodel. De leverancier beheert de infrastructuur, maar jij blijft verantwoordelijk voor configuratie, toegangsbeheer, dataclassificatie en continuïteit. Zodra data zich verspreiden over verschillende cloudregio’s of SaaS-diensten, wordt het bovendien lastiger om exact te bepalen waar data zich bevinden en wie er toegang heeft.
Daar komt een juridisch aspect bij. Data die buiten Nederland of de EU worden opgeslagen, vallen mogelijk onder buitenlandse wetgeving. Voor publieke organisaties die moeten voldoen aan de BIO, AVG en NIS2 maakt dit controle aantonen nog uitdagender. Hierdoor ontstaat een kloof tussen wat organisaties denken te beheersen en wat zij daadwerkelijk kunnen bewijzen. Precies die kloof wordt zichtbaar tijdens audits, risicoanalyses en incidentafhandeling.
BIO-eisen die direct raken aan cloudgebruik
De BIO schrijft geen technologie voor, maar stelt wél dat organisaties moeten kunnen aantonen hoe zij controle waarborgen. Vier onderdelen spelen daarbij een hoofdrol.
Dataclassificatie en datalocatie
Je moet weten welke data gevoelig zijn en waar deze worden verwerkt, ook binnen ketens en SaaS-oplossingen.
Toegangsbeheer.
Je moet kunnen laten zien wie toegang heeft en loggegevens moeten dit bevestigen.
Continuïteit en fallback
De BIO verwacht dat herstelpaden bestaan, werken en periodiek getest zijn.
Verantwoording
Je moet kunnen onderbouwen waarom je bepaalde cloudkeuzes hebt gemaakt en welke risico’s daarbij zijn afgewogen.
Veel organisaties worstelen precies op deze punten. Niet omdat ze onwil hebben, maar omdat cloudarchitecturen complexer zijn dan ooit. Meer inzicht? Lees onze blog: Grip op digitale soevereiniteit in de publieke sector.
Waar het misgaat in de praktijk
Aantoonbare controle in de public cloud vraagt om een combinatie van inzicht, techniek en governance. Het begint met datakartering: weten welke data je verwerkt, waar ze staan en wie erbij kan. Daarna volgt centraal toegangsbeheer en logging, zodat toegang altijd herleidbaar is. De cloudarchitectuur moet ontworpen zijn met fallback als uitgangspunt. Dat betekent herstelpaden, replicatie en alternatieve scenario’s die aantoonbaar werken. Tot slot vraagt de BIO om periodiek testen, zodat continuïteitsmaatregelen niet alleen bestaan, maar ook functioneren.
Voor organisaties die worstelen met afhankelijkheden of exit mogelijkheden, lees onze blog: Waarom elke overheidsorganisatie een cloud-exit plan nodig heeft.
Hoe je wél aantoonbare datacontrole realiseert
Aantoonbare controle in de public cloud vraagt om een combinatie van inzicht, techniek en governance. Het begint met datakartering: weten welke data je verwerkt, waar ze staan en wie erbij kan. Daarna volgt centraal toegangsbeheer en logging, zodat toegang altijd terug te leiden is. De cloudarchitectuur moet ontworpen zijn met fallback als uitgangspunt. Dat betekent herstelpaden, replicatie en alternatieve scenario’s die aantoonbaar werken. Tot slot vraagt de BIO om periodiek testen, zodat continuïteitsmaatregelen niet alleen bestaan, maar ook functioneel zijn.
Voor organisaties die worstelen met afhankelijkheden of exitmogelijkheden, biedt de blog Waarom elke overheidsorganisatie een cloud-exitplan nodig heeft verdieping op dit thema.
Hoe ACC ICT publieke organisaties ondersteunt
ACC ICT helpt overheidsorganisaties om datacontrole in de cloud niet alleen te organiseren, maar ook aantoonbaar te maken. Dat doen we door datalocaties en risico’s in kaart te brengen, logging en monitoring te structureren en fallback mechanismen te ontwerpen die voldoen aan de BIO. Met onze Managed Mission Critical Cloud en Managed Hybrid Cloud bieden we oplossingen die betrouwbaarheid combineren met controle.
We werken volledig vendor-agnostisch, zodat keuzes voor public, private of hybride cloud gebaseerd zijn op wat jouw organisatie nodig heeft. Onze security- en compliance-experts zorgen dat toegangsbeheer, governance en NIS2– en AVG-verplichtingen logisch en beheersbaar worden geïntegreerd in de infrastructuur.
Conclusie
De BIO maakt duidelijk dat grip op data geen wens is, maar een verplichting. Zeker in de public cloud vraagt dat om inzicht, sterke governance en technische maatregelen die samenwerken als één geheel. Organisaties die deze fundering op orde hebben, zijn beter voorbereid op audits, incidenten én toekomstige wetgeving.












