Bron: Nieuws & Blogs –
Het kabinet is demissionair, zal minister van Ark het wetsvoorstel over elektronische gegevensuitwisseling in de zorg nog naar de Tweede Kamer sturen in dit kwartaal? Vanuit het zorgveld en de Tweede Kamer is aangegeven dat er wel behoefte is aan stevigere regie door het kabinet. Men verwacht zelfs maatschappelijke winst bij het nemen van meer regie, zelfs een meer toekomstbestendige zorg.
Interoperabiliteit en keuzevrijheid
In het conceptwetsvoorstel worden twee sporen beschreven om tot verplichte elektronische uitwisseling van patiëntgegevens in de zorg te komen. Via deze sporen moet gegevensuitwisseling per gegevensuitwisseling, uitgewerkt worden op welke manier (technisch) wat (taal en inhoud) moet worden uitgewisseld. Interoperabiliteit tussen zorgaanbieders en systemen is het doel. Zorgaanbieders kunnen dan zelf besluiten van welke infrastructuur ze gebruik maken bij het uitwisselen, zolang men zich aan de standaard voor techniek, taal en inhoud, houdt.
Mocht het veld de uitwisseling niet of enkel ten dele vormgeven, dan kan middels een AMvB (spoor 1) het hoe en wat (verder) uitgewerkt en verplicht worden. Er wordt nu aan de eerste AMvB’s gewerkt: digitaal receptenverkeer, basisgegevensset zorg (BGZ), beelduitwisseling en verpleegkundige overdracht. Opmerkelijk is dat de minister verwacht dat de eerste AMvB in 2026 een wettelijke verplichting zal worden. Het duurt namelijk nog even voordat het zorgveld en de leveranciers deze verplichting aan kunnen.
Privacywaarborgen
14 december gaf de minister in een brief aan de Tweede Kamer aan dat haar doel is: “de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment met de juiste informatie”. Ook geeft ze aan dat ondanks dat haar ambitie groot is als het gaat om het elektronisch delen van patiëntgegevens, ze geen concessies zal doen als het gaat om privacy. Waar de wetgever eerder (2011) nat ging: er werd te laat geconstateerd dat een opt-in voor opname in een elektronisch uitwisselingssysteem noodzakelijk was/is, is van Ark direct aan de slag gegaan met “een toekomstbestendige beleidslijn ten aanzien van grondslagen voor het delen van gegevens tussen zorgverleners en het verlenen van toestemming door burgers.”
Toestemming
Waar nu voor de opname van patiëntgegevens in een elektronisch uitwisselingssysteem een opt-in als grondslag geldt, even de uitzondering gemaakt vanwege de pandemie daargelaten, lijkt de minister voornemens om toe te werken naar elektronische uitwisseling met de mogelijkheid tot opt-out voor de patiënt. Met opt-in wordt bedoeld dat er vooraf toestemming wordt gegeven. Bij een opt-out kan men achteraf de toestemming intrekken. Daarbij wil zij gebruik maken van Mitz, hier moet de patiënt zijn toestemming digitaal en eenduidig kunnen bijhouden.
Een elektronisch uitwisselingssysteem zoals gedefinieerd in de wet is een systeem waar een zorgaanbieder zelf gegevens uit kan halen (pull). Omdat hier geen gebruik kan worden van de veronderstelde toestemming zoals die geldt bij een verwijzing, geldt de opt-in. Bij een verwijzing en gegevens die ten behoeve van de verwijzing worden doorgestuurd naar de specialist, geldt een opt-out. Voorgaande is ook logisch daar dan al duidelijk is bij voorbaat naar wie de gegevens gaan, en er is beduidend minder risico dat de gegevens voor veel meer zorgaanbieders toegankelijk zijn. Het risico dat er iemand stiekem gaat zitten neuzen is ook kleiner. Al is dat laatste gezien de verplichte logging geen slim plan, vroeg of (in sommige gevallen helaas) laat loopt de “neuzer” wel tegen de lamp.
Ik begrijp dat men bij de verplichte uitwisseling meer gebruik zou willen maken van de veronderstelde toestemming en minder van het in de wet gedefinieerde elektronische uitwisselingssysteem. In sommige gevallen zal het voorhanden zijn middels een pull-systeem echter essentieel zijn. Denk bijvoorbeeld aan medicatiegegevens van een patiënt die niet aanspreekbaar op de spoedeisende hulp terecht komt, dan werkt het niet als er eerst nog contact moet worden gezocht met de huisarts zodat door de huisarts verwezen kan worden.
Tijdspad
De internetconsultatie is afgerond. Nu ligt het wetsvoorstel bij de Raad van State. Het is even de vraag wanneer het voorstel wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, zeker gezien het feit dat het kabinet demissionair is. Vooruitlopend op het wetsvoorstel, zullen wij (Laura Monhemius, Sari Jansen, Tessa van Schijndel en ik) de hierboven aangestipte onderwerpen verder uitdiepen in een blogserie. Uiteraard hopen we af te sluiten met het wetsvoorstel.
Dit bericht is afkomstig van één van de leden van ISP Connect, zie hier de bron.