Al sinds 2014 is er een juridische strijd gaande tussen het Bedrijfstakpensioenfonds voor de reisbranche (Bpf reisbranche) en Booking.com. Het Gerechtshof Amsterdam schaarde zich afgelopen jaar achter Booking.com, maar de Advocaat-Generaal (AG) gaf recent een ander advies aan de Hoge Raad. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dat grote gevolgen hebben voor Booking.com. En ook voor andere online platforms is het oordeel van de Hoge Raad van belang.
Nieuw jasje, maar dezelfde regels
De juridische kwalificatie van online platforms blijkt in de praktijk voer voor discussie. Online platforms stellen zich vaak op het standpunt dat zij ‘slechts’ een internetdienst faciliteren. In de praktijk kunnen echter óók voor een internetdienst allerhande regels gelden. Zo oordeelde het Europese Hof van Justitie eerder dat Uber ondanks een hippe app gewoon een vervoersbedrijf is en zich dus moet houden aan dezelfde regels als een ouderwetse taxicentrale. Daarnaast heeft Airbnb verschillende claimstichtingen achter zich aan die proberen om servicekosten voor huurders terug te vorderen. Volgens hen had Airbnb deze kosten op grond van een wettelijk verbod tot “het dienen van twee heren” nooit bij huurders in rekening mogen brengen. De Rechtbank Amsterdam oordeelde eerder dit jaar in het voordeel van de huurders. Ook in het digitale domein moet men zich dus bedacht zijn op bestaande wet- en regelgeving, hoe oud of generiek die regels soms ook zijn.
Wel of geen bemiddeling
Centrale vraag in het geschil tussen Booking.com en het Bpf reisbranche is (kort door de bocht) of Booking.com al dan niet als een (reis)agent kan worden gezien, een specifiek soort van bemiddelaar. Als dat zo is, dan is Booking.com namelijk verplicht om zich aan te sluiten bij het pensioenfonds en moeten er dus ook (met terugwerkende kracht) pensioenpremies worden afgedragen.
Dat wel of niet bemiddelen is een vraag die steeds terugkomt in de discussie over online platforms. Kort samengevat is er sprake van bemiddeling wanneer je (tegen betaling) een rol speelt bij het tot stand brengen van overeenkomsten tussen andere partijen. Denk aan een makelaar die een koper en verkoper van een woning met elkaar in contact brengt. De makelaar is zelf niet de contractpartij, maar zorgt er wel voor dat het koopcontract uiteindelijk gesloten kan worden.
Veel online platforms vervullen een soortgelijke functie. Soms is de rol van het platform relatief beperkt, denk aan Marktplaats.nl. Je kunt daar eenvoudig een advertentie plaatsen, maar de platformaanbieder doet verder niet zo veel. Je moet zelf contact opnemen met de wederpartij en onderhandelen over de prijs en verdere voorwaarden. Bij de uiteindelijke (koop)overeenkomst is Marktplaats.nl nauwelijks betrokken. Andere platforms bemoeien zich echter verdergaand met de juridische afwikkeling. De vraag is hóe ver die bemoeienis moet gaan voordat je van bemiddeling (in juridische zin) kunt spreken.
Online prikbord
Booking.com stelt zich op het standpunt dat zij niét bemiddelt en dus ook niet moet worden aangemerkt als een reisagent. Het Gerechtshof Amsterdam leek het eerder met Booking.com eens te zijn. In 2019 kwam zij tot het oordeel dat Booking.com niet moet worden gezien als bemiddelaar, maar als een ‘online prikbord’. Booking.com verzamelt advertenties en maakt die op een gestructureerde manier inzichtelijk. Dat maakt Booking.com nog géén bemiddelaar, en zij was volgens het Gerechtshof dus ook niet verplicht om pensioenpremies af te dragen. Een opmerkelijk oordeel, want de Rechtbank Midden-Nederland was eerder in een soortgelijke rechtszaak juist tot het inzicht gekomen dat er bij dit soort platforms wél sprake is van bemiddeling.
Advies aan de Hoge Raad
Het Bpf reisbranche heeft cassatie ingesteld tegen het oordeel van het Gerechtshof Amsterdam. Eerder deze maand werd de conclusie van de Advocaat-Generaal gepubliceerd. Volgens haar is Booking.com helemaal geen online prikbord. Daarvan zou volgens de AG alleen sprake zijn bij platforms die erop gericht zijn om rechtstreeks contact tussen gebruiker en aanbieder tot stand te brengen, om hen in de gelegenheid te stellen om zonder betrokkenheid van het platform een overeenkomst te sluiten. Maar de rol van Booking.com gaat veel verder dan dat. Zo kunnen gebruikers via het platform direct een reservering plaatsen en een betaling doen. In wezen wordt de volledige contractsluiting dan door Booking.com gefaciliteerd.
De AG wijst er verder in zijn algemeenheid aan dat er vrij snel sprake is van bemiddeling. Enige bemoeienis met de totstandkoming van een overeenkomst is al voldoende om daarvan te kunnen spreken. Een actieve of adviserende rol is nadrukkelijk niet vereist volgens de AG.
Mogelijke gevolgen
Het advies van de AG heeft geen directe juridische gevolgen. De AG is ‘slechts’ een adviseur van de Hoge Raad. Maar hoewel de Hoge Raad uiteindelijk zelf een oordeel zal vellen, wordt er in de praktijk wel veel gewicht toegekend aan het advies van de AG. Als de Hoge Raad het advies van de AG volgt, dan kan dat in ieder geval voor Booking.com grote gevolgen hebben. Dit zou namelijk betekenen dat Booking.com met terugwerkende kracht járen aan achterstallige pensioenpremies moet afdragen.
Maar voor andere online platforms is het oordeel van de Hoge Raad eveneens belangrijk. Zo zijn óók de claims waar Airbnb mee worstelt (indirect) gebaseerd op de stelling dat Airbnb een bemiddelaar is. Als Booking.com door de hoogste Nederlandse rechter als bemiddelaar wordt aangemerkt, dan maakt dat de positie van de claimstichtingen tegenover Airbnb dus een stuk sterker. En toevallig richten Airbnb en Booking.com zich allebei op de verhuur van vakantieaccommodaties, maar ook voor platforms in andere branches is het arrest van de Hoge Raad van belang. Ook een online platform waarop je eenvoudig een auto kunt huren (denk aan SnappCar), of een boormachine (denk aan Peerby) zou hierdoor geraakt kunnen worden. Genoeg reden dus om de zaak in de gaten te houden.