Dit bericht verscheen eerder op BIT
Veel mensen hebben wel een vaag idee van wat ‘cloud computing’ inhoudt. In plaats van programma’s en gegevens lokaal op je computer te draaien, staan ze opgeslagen op een server in een datacentrum ‘in de cloud’. In plaats van programma’s op meerdere werkstations te beheren, hoef je het programma alleen op de server aan te passen. De cloud is dus een cluster computers die samen diensten leveren via het netwerk.
Zo’n cluster kan je handmatig inrichten door op iedere computer de juiste software en de juiste instellingen te zetten. Maar wanneer het cluster groter wordt kost zoiets veel tijd en moeite. Met een cluster-orchestrator kan je dit proces automatiseren. In plaats van programma’s op specifieke machines te draaien, kan je containers gebruiken – uitwisselbare bundeltjes software die één bepaalde dienst mogelijk maken, zogeheten micro-services. Containers kunnen op ieder lid van een cluster worden geplaatst, waardoor je snel kan opschalen door meer containers met dezelfde dienst parallel te draaien.
Een van de grootste container-orchestrators van het moment is Kubernetes, ook wel bekend als k8s. Dit systeem is bedacht door techneuten van Google, nadat ze eerder hadden gewerkt met het interne Google-container-systeem genaamd ‘Borg’, dat wordt gebruikt in de datacenters van Google. De broncode van Kubernetes is vrijgegeven voor algemeen gebruik, en het systeem heeft veel belangstelling gekregen, hoewel het in de praktijk soms moeilijk op te zetten is door de vele toepassingsmogelijkheden en modules.
Afhankelijkheid van grote cloudproviders
Techreuzen als Microsoft, Google en Amazon hebben in de afgelopen jaren enorme hoeveelheden geld en middelen geïnvesteerd in de ontwikkeling van hun cloud-infrastructuur. Hun cloud-platforms zijn de grootste spelers in de markt. Dit heeft geleid tot een situatie waarin bedrijven en organisaties die deze cloud-platforms gebruiken, in toenemende mate afhankelijk zijn van deze grote providers.
Het gevaar van deze afhankelijkheid is dat gebruikers beperkt zijn in hun keuzes en controle over hun gegevens en toepassingen. Bovendien kunnen deze grote providers hun diensten op elk moment wijzigen, waardoor gebruikers gedwongen worden om mee te gaan met deze veranderingen, zonder dat ze daar zelf veel invloed op hebben.
Het project Structura-X is opgezet om een alternatief te bieden voor deze afhankelijkheid van de grote cloudspelers. Door clusters uit verschillende regio’s te verbinden tot één federated cloud, kunnen kleine en middelgrote bedrijven en onderzoeksinstellingen hun gegevens veilig delen zonder afhankelijk te worden van de grote cloudproviders. Door deze samenwerking krijgen ze de voordelen van cloud computing, zoals schaalbaarheid, flexibiliteit en kostenbesparingen, terwijl ze toch controle houden over hun gegevens en toepassingen.
Een federated cloud
Met LiQo, software ontwikkeld aan het Polytechnisch Instituut van Turijn en nu gebruikt door verschillende Europese partners, kunnen clusters uit verschillende (geografische) regio’s worden verbonden tot één ‘meta-cluster’, een zogeheten ‘federated cloud’. LiQo draait op de eerder genoemde container-orchestrator Kubernetes om meerdere individuele clusters met elkaar te verbinden. Kleine of middelgrote dataverwerkers kunnen zo hun hulpbronnen samenvoegen en tóch onafhankelijk blijven.
Structura-X is een belangrijke stap in de ontwikkeling van een onafhankelijke cloud-infrastructuur in Europa. Met behulp van LiQo kunnen clusters uit verschillende regio’s met elkaar worden verbonden tot één federated cloud, waardoor kleine en middelgrote bedrijven en onderzoeksinstellingen hun data veilig kunnen delen zonder afhankelijk te worden van de grote cloudspelers. BIT draagt als onafhankelijke cloudspecialist bij aan dit project door een speciaal Kubernetes clusternetwerk op te zetten in haar datacentrum in Ede. De ervaringen met dit netwerk zullen worden gebruikt om het project verder te ontwikkelen. Met Structura-X wordt een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van een onafhankelijke en veilige cloud-infrastructuur voor Europa.
Dit bericht verscheen eerder op BIT